Neem contact op met Van Haaster & Hes advocaten uit Haarlem.
Navigatiekoppelingen overslaanHome > Nieuws

Birgit Hes in tijdschrift Panorama

Birgit Hes zag zichzelf en haar cliënt ineens als een tekening met het daarbij behorende verhaal, in de Panorama, toen zij daarop gewezen werd. Weliswaar wat langer geleden, omdat er ook toestemming gevraagd moet worden om dit te kunnen plaatsen (waarvoor dank aan Panorama), maar zeker nog herkenbaar.

Klik hier voor het artikel in de Panorama.

Sluiten

Beroep op noodweer slaagt!

Verdachte en zijn medeverdachten verklaren gelijkluidend en consistent dat aangever uit het niets een schroevendraaier uit zijn kleding tevoorschijn pakte en daarmee stekende bewegingen maakte in de richting van één van de verdachten. Gelet op de snelheid waarmee de aanranding zich heeft voltrokken en de zeer geringe afstand tussen aangever en verdachten, is de rechtbank van oordeel dat voor verdachte en zijn medeverdachten redelijkerwijs geen mogelijkheid bestond zich aan de aanval te onttrekken en dat verdediging derhalve noodzakelijk was.

De wijze van verdediging van verdachte stond aldus de rechtbank in redelijke verhouding tot de ernst van de aanranding jegens hen. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep op noodweer slaagt, hetgeen met zich brengt dat het bewezenverklaarde feit niet strafbaar is. De verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging (Rechtbank Noord-Holland, 1 december 2016).

Sluiten

Nederlandse Orde van Advocaten pleit voor een advocaat voor het kind en meer samenwerking tussen de verschillende betrokken disciplines ter voorkoming van een vechtscheiding.

Er wordt groot een belang gehecht aan professionele begeleiding van kinderen vanaf het moment dat ouders aangeven te gaan scheiden. De NOvA pleit thans voor het toewijzen van een advocaat aan het kind. Dit is overeenkomstig het recht op gehoord te worden uit het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

De advocaat vertaalt de stem van het kind in de procedure.


Op dit moment kan er al een bijzonder curator aangesteld worden door de rechtbank als er sprake is van een conflict tussen ouders onderling en/of tussen ouders en kinderen: https://www.rechtspraak.nl/Uw-Situatie/Onderwerpen/Bijzondere-curator. Echter is een benoeming van een dergelijke bijzondere curator lang niet in elke zaak het geval. Het lijkt er thans op dat men wenst dat een vertegenwoordiger van het kind standaard ingezet zal worden en dat deze vertegenwoordiger van het kind een advocaat zal moeten zijn. Een bijzonder curator hoeft op dit moment immers geen advocaat te zijn maar het kan ook een psycholoog of orthopedagoog betreffen.


Ook pleit men voor onderzoek naar de factoren die ertoe leiden dat een echtscheiding een vechtscheiding wordt en de NOvA meent eveneens dat in zal moeten worden gezet op een multidisciplinaire aanpak; “Juist bij vroegtijdige signalen van een vechtscheiding moeten meerdere disciplines - denk aan de (kinder)psycholoog, notaris, jeugdzorg en maatschappelijk werk - met elkaar samenwerken om een vechtscheiding te voorkomen.” Iets wat wij met ‘divorce Xperts’ reeds lang hebben voorzien en mede om die reden de samenwerking met elkaar zijn aangegaan; http://www.divorcexperts.nl


Sluiten

Kan ik co-ouderschap afdwingen via de rechter? Nieuwsgierig naar het antwoord op deze vraag?

Kom dan op 27 oktober 2016, te 20:00 uur naar het Divorce Café bij De Wachtkamer in Vogelenzang. Diverse experts zoals een notaris, mediator, financieel adviseur, makelaar, kindercoach en een advocaat zullen in een informele setting antwoord geven op de vragen die u heeft over de gevolgen en te volgen stappen bij (echt)scheiding / uit elkaar gaan.


Klik hier voor meer informatie.


Sluiten

Opzegging huurovereenkomst overige bedrijfsruimte (artikel 7:230a BW) vormvrij?

Partijen zijn schriftelijk bij huurovereenkomst overeengekomen dat de huuropzegging schriftelijk en bij aangetekend schrijven dient te geschieden. Dit heeft de huurder nagelaten. Verhuurder stelt zich op het standpunt dat de huurovereenkomst met vijf jaar is verlengd.

De kantonrechter en ook het gerechtshof zien dit anders. In beide instanties wordt geoordeeld dat, gezien de uitlatingen van de huurder en de daarop gevolgde onderhandelingen tussen huurder en verhuurder, redelijkerwijs niet anders konden worden begrepen dan dat huurder tot beëindiging van de huur wilde komen. Ondanks contractuele vereisten is de huurovereenkomst toch rechtsgeldig opgezegd tot ongenoegen van de verhuurder. Klik hier voor de uitspraak.

Sluiten

Ondanks enkele kilo's invoer cocaïne toch fors deel voorwaardelijke gevangenisstraf

Voor de invoer van cocaïne zijn sinds geruime tijd oriëntatiepunten voor lagere straffen opgesteld door het Openbaar Ministerie. Er wordt daarmee meer recht gedaan aan straffen voor onder meer de zogenaamde bolletjesslikkers. Bolletjesslikkers zetten doorgaans hun leven op het spel voor een appel en een ei.

De rechtbank Noord-Holland wil nog wel eens afwijken van deze richtlijnen als de verdachten in Nederland wonen. De rechtbank Noord-Holland oordeelde bij invoer van circa 2,5 en 3 kilo in koffers dat een groot deel van de straf als stok achter de deur diende te gelden en kwam tot een fors deel voorwaardelijke gevangenisstraf. Klik hier en hier voor de uitspraak.

Sluiten

Dringend eigen gebruik woning wegens renovatie niet aangetoond

De Hoge Raad heeft in zijn zogenaamde Herenhuisarrest van 26 maart 2010, overwogen dat de wens om door middel van renovatie tot rendementsverbetering te komen op zichzelf in de regel niet kan worden aangemerkt als dringend eigen gebruik dat tot beëindiging van de huurovereenkomst kan leiden, maar dat het bestaan van een structurele wanverhouding tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten wel tot het oordeel kan leiden dat de verhuurder het verhuurde in verband met renovatie zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik dat van hem, de belangen van beide partijen naar billijkheid in aanmerking genomen, niet kan worden verlangd dat de huurverhouding wordt voortgezet.

Een renovatie in de vorm van samenvoeging van de derde verdieping met de zolderetage om zo een nieuwe woning over twee etages te creëren valt hier niet onder. Het belang van huurster bij behoud van het gehuurde prevaleert boven belang van verhuurder. Klik hier voor de uitspraak.


Sluiten

Omzetting zwakke Thaise adoptie naar een sterke, in Nederland, erkende adoptie

Birgit Hes verzocht namens een cliënt die in Thailand woonachtig is geweest, daar ook oorspronkelijk vandaan kwam en aldaar een kind had geadopteerd van een jong buurmeisje die er niet voor kon zorgen;

  • voor recht te verklaren dat de Thaise adoptie van de minderjarige van 4 februari 2005, in Nederland wordt erkend en dat de rechtbank inschrijving van deze adoptie gelast in de registers van de burgerlijke stand;
  • voor recht te verklaren dat de adoptie van de minderjarige kan worden beschouwd als een ‘sterke’ adoptie, dan wel dat de zwakke Thaise adoptie kan worden omgezet naar een sterke adoptie naar Nederlands recht en dat de rechtbank inschrijving daarvan gelast in de registers van de burgerlijke stand;
  • de adoptie van de minderjarige door verzoeker uit te spreken en de inschrijving daarvan te gelasten in de registers van de burgerlijke stand.


Het kind had een verblijfsvergunning gekregen voor bepaalde tijd tot en met 2016 en verbleef inmiddels ook in Nederland. Na veel moeite, is het gelukt een verklaring voor recht te verkrijgen dat de adoptie erkend werd en ingeschreven zou kunnen worden in de registers van de Burgerlijke Stand. De volgende en laatste hobbel die genomen moest worden, was de omzetting van een zwakke adoptie naar Thais recht in een sterke adoptie naar Nederlands recht. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat de adoptie naar Thais recht niet tot gevolg heeft dat de familierechtelijke betrekkingen tussen de minderjarige en zijn biologische ouders zijn verbroken. De minderjarige en verzoeker hebben daarnaast ook belang bij omzetting, omdat de minderjarige na omzetting van rechtswege de Nederlandse nationaliteit zal verkrijgen.


Ingevolge artikel 10:110 BW houdt de erkenning van een in het buitenland gegeven beslissing waarbij een adoptie tot stand is gekomen, tevens in de erkenning van de familierechtelijke betrekking tussen de adoptiefouders en, in voorkomend geval, de bloedverwanten van zijn adoptiefouders. In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat indien de adoptie in de staat waar zij plaatsvond niet tot gevolg heeft dat de voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen worden verbroken, de adoptie ook in Nederland dat gevolg mist.


Ingevolge artikel 10:111 BW kan in die situatie een verzoek tot omzetting van de in het buitenland tot stand gekomen adoptie in een adoptie naar Nederlands recht worden ingediend, indien het kind zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft en daar voor permanent verblijf bij de adoptiefouders is toegelaten. Het verzoek wordt toegewezen indien de omzetting naar een sterke adoptie in het belang is van het kind en op de dag van de indiening van het verzoek is voldaan aan artikel 1:228 lid 1 onder a en d BW, te weten dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is en dat de biologische ouders het verzoek niet tegenspreken.


Om een gelegaliseerde verklaring van beide ouders te verkrijgen was wederom veel inspanning nodig. Moeder werd getraceerd maar vader was vertrokken. Uiteindelijk heeft moeder een verklaring afgelegd en aan de rechtbank kenbaar gemaakt welke inspanningen zijn verricht om een verklaring te verkrijgen van vader en is de adoptie omgezet van een zwakke naar een sterke adoptie. Klik hier voor de uitspraak.



Sluiten

Wajong uitkering na bezwaarprocedure bij UWV

Cliënte deed 10 jaar na haar laatste afwijzing een Wajong-uitkering te verkrijgen opnieuw een aanvraag, wegens de echtscheiding met haar partner. Ook deze aanvraag werd afgewezen. Cliënte wendde zich vervolgens tot Birgit Hes.


Om aanspraak te kunnen maken op een Wajong-uitkering dient aangetoond te worden dat cliënte voor haar achttiende levensjaar een ziekte of handicap heeft gekregen.

Dit kan aangetoond worden door bij-voorbeeld het overleggen van een medisch dossier waaruit een en ander blijkt. Cliënte is 57 jaar. De me-dische gegevens van haar jeugd zijn niet meer beschikbaar. Recente medische informatie omtrent cliënte is door Birgit aan het UWV overlegd. Hieruit blijkt onder andere dat cliënte moeizaam kan lezen en schrijven, niet zelfstandig kan reizen en een IQ van 63 heeft.


Birgit heeft vervolgens betoogd dat cliënte gedurende haar leven geen hersenbeschadiging heeft opge-lopen waardoor haar verstandelijk vermogen kan zijn aangetast. Het huidige verstandelijk vermogen van cliënte is een weergave van het verstandelijk vermogen zoals deze altijd is geweest. Cliënte is absoluut niet in staat te solliciteren, dan wel te werken conform ieder ander van haar leeftijd. Een arbeidsonge-schiktheidspercentage van 3 procent kon gewoonweg niet correct zijn. Birgit wilde in dit geval graag een hoorzitting bij het UWV. De bezwaarcommissie van het UWV krijgt op deze manier een nog betere voor-stelling van cliënte als persoon.


Het UWV heeft het bezwaar gegrond verklaard. Het UWV heeft vastgesteld dat het arbeidsongeschikt-heidspercentage van cliënte 80 tot 100 procent bedraagt. Aan cliënte is zodoende een Wajong-uitkering toegekend, met terugwerkende kracht, te weten de datum waarop zij is gescheiden van haar partner.


Sluiten

Aangetroffen hennepplantage in woning leidt niet tot ontruiming van deze woning

Het aantreffen van een hennepplantage is een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst die in beginsel de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De risicoaansprakelijkheid van 7:219 BW brengt met zich mee dat de bewoners op gelijke wijze aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de gedragingen van hun zoon als voor hun eigen gedragingen.

De Kantonrechter en later ook het hof in kort geding zijn van oordeel dat merendeel van de door de bewoners aangedragen omstandigheden niet aan ontbinding in de weg staat. Het gewelddadige gedrag van de zoon, in samenhang met de geringe kans op herhaling, leidt ertoe dat woonbelang van de bewoners prevaleert. De ontruiming van de woning wordt afgewezen. Klik hier voor de uitspraak.


Sluiten

Tijdelijke verhuur woonruimte wordt mogelijk geen zogenaamde huurbescherming

Naar alle verwachting zal het wetsvoorstel ‘Doorstroming huurmarkt’ op 1 juli 2016 in werking treden. Op 12 april 2016 is dit wetsvoorstel aangenomen door de Eerste Kamer. De Tweede Kamer had reeds op 9 februari 2016 al ingestemd. Het wetsvoorstel is een ommezwaai op het gebied van huurrecht voor woonruimte en de zogenaamde huurbescherming.


Voor woonruimte wordt een huurovereenkomst geïntroduceerd voor een korte en gemaximeerde duur. Na afloop van die maximale duur eindigt de huurovereenkomst zonder opzegging. Dit dient de verhuurder de huurder dan wel tijdig te melden dat de huurovereenkomst ook daadwerkelijk gaat aflopen na die bepaalde duur. Het ligt voor de hand dat die aanzeggingen schriftelijk worden gedaan en aangetekend of per deurwaardersexploot, teneinde discussies over de ontvangst te vermijden. De maximale duur voor zelfstandige woonruimte bedraagt twee jaar en die voor onzelfstandige woonruimte vijf jaar.


Helaas geldt deze wet enkel en alleen voor nieuwe huurovereenkomsten na inwerkingtreding van deze wet. Weigert een huurder na de overeengekomen tijd te vertrekken ondanks de melding van de verhuurder dan kan op eenvoudige wijze ontruiming van de woning worden verzocht in kort geding.

Sluiten

Per 1 maart 2016 recht op een advocaat bij alle politieverhoren

De Hoge Raad heeft op 22 december 2015 geoordeeld dat aangehouden verdachten vanaf 1 maart 2016 recht hebben op een advocaat tijdens een politieverhoor. Voordat het verhoor begint, moet de politie de aangehouden persoon op dit recht attenderen.

Als deze niet ondubbelzinnig afstand doet van zijn recht moet een advocaat bij elk verhoor aanwezig zijn.


De nog niet in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerde Richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 oktober 2013 (betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming, PbEU L 294) welke in elk geval uiterlijk op 27 november 2016 wel moet zijn geïmplementeerd in samenhang met de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is strikter met betrekking tot het rechtsgevolg van een schending van dit recht op rechtsbijstand dan de rechtsgevolgen die door Nederlandse rechters thans worden verbonden aan een schending van dit recht. In de regel dient een schending van dit recht ingevolge artikel 6 lid 1 en lid 3 onder c van het EVRM immers te leiden tot uitsluiting van het bewijs van de verklaringen van de verdachte die zijn afgelegd voordat hij een advocaat kon raadplegen aldus het EHRM.


Thans leidt het de gelegenheid bieden aan een aangehouden persoon om zich bij zijn verhoor te laten bijstaan door een raadsman in de Nederlandse rechtspraak wel degelijk tot een vormverzuim als bedoeld in art. 359a Sv. Echter het rechtsgevolg hoeft niet noodzakelijkerwijze te bestaan uit bewijsuitsluiting. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan het leiden tot strafvermindering dan wel kan worden volstaan met de vaststelling dat een vormverzuim is begaan.


Klik hier voor de uitspraak.

Sluiten

Jaarlijkse automatische verhoging van de alimentatie

Elk jaar wordt de alimentatie geïndexeerd. De bij rechterlijke uitspraak of bij overeenkomst vastgestelde bedragen voor levensonderhoud worden zelfs van rechtswege gewijzigd met een door Onze Minister van Justitie vast te stellen percentage ingevolge artikel 1:402a BW.

De wijziging gaat altijd in op 1 januari van enig jaar.


Veel mensen zijn hier niet van op de hoogte en vaak blijft dan jarenlang het alimentatiebedrag hetzelfde terwijl het voorzien in levensonderhoud steeds duurder wordt. Uiteindelijk kunnen er dan vervelende situaties ontstaan waarbij er met terugwerkende kracht geldvorderingen ontstaan van de alimentatiebehoeftige partner op de onderhoudsplichtige partner. Dit kunnen dan behoorlijke bedragen zijn waar een alimentatiebehoeftige recht op heeft en ook direct kan invorderen op basis van de oorspronkelijke beschikking dan wel overeenkomst, terwijl de alimentatieplichtige het bedrag wellicht niet direct in één keer kan voldoen. U kunt deze problemen voorkomen.


Het indexeringspercentage voor 2016 is vastgesteld op 1,3%. Dit betekent dat de alimentatie met 1,3% wordt verhoogd. Dit is elk jaar een ander percentage. In het jaar 2015 was het bijvoorbeeld 0,8 %.

De percentages en een berekenprogramma om uw geïndexeerde alimentatiebedrag te berekenen zijn zeer makkelijk te vinden en te gebruiken op de website van het LBIO (Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen)

Sluiten

Wijziging ontslagstelsel per 1 juli 2015

Sinds 1 juli 2015 is het ontslagstelsel drastisch gewijzigd. Voorheen kon u kiezen of u de arbeidsovereenkomst op ging zeggen middels het vragen van toestemming bij het UWV of dat u toch liever een ontbinding van de arbeidsovereenkomst via de kantonrechter aan vroeg.

Dat is niet langer mogelijk. U kiest of het UWV, indien er bedrijfseconomische redenen zijn het ontslag aan te vragen, of de kantonrechter, indien er kort gezegd ‘persoonlijke’ redenen zijn die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wenselijk maken.


Hieronder treft u een schema aan wat kort samengevat weergeeft hoe het oude en het nieuwe stelsel van elkaar verschillen.


Wijziging ontslagstelsel

Hierbij zei opgemerkt dat de kantonrechter strikt omgaat met de ontbindingsgronden en de verzoeken hiertoe ook veelvuldig afwijst wat voor 1 juli 2015 veel minder frequent het geval was. Meer dan ooit vraagt dit van werkgevers maar ook van werknemers dat zij zorgvuldig omgaan met dossieropbouw en van tevoren juridisch advies inwinnen. Schroom dan ook niet contact met ons kantoor op te nemen

Sluiten

Mr. Birgit Hes adviseert in het TV-programma ‘Bonje met de buren’

Op 6 december 2012 heeft RTL4 voor het programma 'Bonje met de buren' (Uitzending gemist) de deskundigheid van mr. Hes ingeschakeld bij het oplossen van een burenruzie.

Het ging om een recht van overpad waarbij de buren het niets eens werden over het parkeren van een auto op het pad waar zij beiden gebruik van maakten.


Erfdienstbaarheden zijn vastgelegd in boek 5 artikel 70 en verder van het burgerlijk wetboek. Erfdienstbaarheden zijn lasten waarmee een onroerende zaak zoals een woning, en dat noemt men dan het dienende erf zijn bezwaard ten opzichte van een andere onroerende zaak, het zogeheten heersende erf. De last is dan dat je iets moet dulden of niet doen.


Een voorbeeld van zo’n erfdienstbaarheid is een recht van overpad. Het is een last om te dulden dat iemand gebruik maakt van een stukje van jouw erf om van en naar zijn woning te komen. Zo’n recht kan ontstaan door een vestiging, dat gaat via de notaris, of middels verjaring. In dat laatste geval kan er sprake zijn van een verkrijgende verjaring, te goeder trouw en na tien jaar en een bevrijdende verjaring na 20 jaar. Dit laatste hoeft niet te goeder trouw te zijn.


Vaak staat in een akte vermeld dat het recht op de thans bestaande wijze wordt uitgeoefend. Dit houdt in dat de wijze van uitoefening, hoe men het altijd doet of altijd gedaan heeft dan bepalend is. Als het parkeren van de auto de een of de ander hindert in het uitoefenen van zijn recht, is dit niet geoorloofd.


Sluiten

Vrijspraak voorbereiding diefstal met geweld en voorhanden hebben vuurwapen

Cliënt en zijn medeverdachte werden verdacht van voorbereiding diefstal met geweld en het voorhanden hebben van een vuurwapen. In het busje waar cliënt en zijn medeverdachte reden, werden een automatisch vuurwapen, twee kogelwerende vesten, twee kentekenplaten, rol duct tape, 25 tie-wraps en vier witte handschoenen aangetroffen.


De Officier van Justitie concludeerde dat er sprake was van voorbereiding van diefstal met geweld dan wel afpersing en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De meervoudige kamer van de Rechtbank Haarlem was het met de Officier van Justitie eens en veroordeelde cliënt tot een gevangenisstraf van twee jaar onvoorwaardelijk, conform de eis van de Officier van Justitie.


Raadvrouwe, mr. C.J. Birgit Hes, was het niet eens met deze uitspraak van de Rechtbank Haarlem en stelde hoger beroep in. Met succes. Het Gerechtshof Amsterdam sprak cliënt vrij van beide ten laste gelegde feiten.


Het Gerechtshof Amsterdam was kort gezegd de mening toegedaan dat op grond van de feiten, de aangetroffen goederen lagen niet direct in het zicht, niet kon worden vastgesteld dat cliënt zich in min of meerdere mate bewust was van de aanwezigheid van de voorwerpen in de auto, zodat niet bewezen kon worden dat hij deze voorwerpen voorhanden heeft gehad.


Cliënt heeft echter een jaar ten onrechte in hechtenis verbleven. Thans is een verzoek tot schadevergoeding ingediend om dit leed enigszins te kunnen verzachten.

Sluiten

Vrijspraak ondanks de invoer van twee flessen gembersiroop vermengt met cocaïne!

Opzettelijke invoer van cocaïne is strafbaar. Dit is een feit van algemene bekendheid. Veel cliënten zeggen daarom dat ze niet wisten dat ze cocaïne bij zich hadden. Hier is uiteraard in de wet op geanticipeerd. Anders zou het betekenen dat wanneer je maar verklaart van niets te weten je vrijuit gaat.

In het geval je van niets weet heb je een vergaande onderzoeksplicht. Als je bijvoorbeeld een koffer uit Suriname mee neemt voor iemand dan moet je weten dan wel zou je moeten weten dat daar drugs in vervoerd wordt. Die koffer dien je dus te controleren op onder andere een dubbele bodem, het gewicht of een opmerkelijk geurtje. Doe je dit niet dan ben je vrijwel zeker strafbaar op basis van voorwaardelijke opzet en dien je van goeden huize te komen om dan niet veroordeeld te worden voor die zogenaamde voorwaardelijk opzet.


In casu is een nietsvermoedende cliënt vanuit Suriname naar Nederland afgereisd om zijn familie in Nederland te bezoeken. Hij koopt twee flessen gembersiroop voor zijn familie in Nederland. De flessen gembersiroop hebben een donker bruine tape om de hals. Client heeft niets vreemd aan deze flessen gemerkt voordat hij deze incheckte. Echter, toen hij deze later in Nederland retour ontving ziet hij dat de flessen gembersiroop een lichte kleur tape om de hals hebben. Hij geeft dit daarom ook direct aan in zijn verhoor. Veder verklaart hij telkens onder meer uiterst consistent over zijn reisdoel en de aankoop van de flessen.


Ons kantoor heeft vrijspraak van zowel de opzettelijke als voorwaardelijk opzettelijke invoer van cocaïne verzocht. De meervoudige kamer van de rechtbank is van mening dat aannemelijk is dat cliënt niet wist dat er cocaïne in de flessen aanwezig was. Er waren geen suspect omstandigheden die noopte tot nader onderzoek aan de gembersiroop flessen die cliënt in een supermarkt heeft gekocht en spreekt cliënt vrij!

Sluiten

Bezint eer gij begint in kort geding!

Een kort geding procedure is slechts voor zeer uitzonderlijke situaties geschikt. Dit mede doordat het een voorlopig oordeel is van de rechter en een langdurige bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Er dient dus sprake te zijn van een spoedeisende factor.

Bij het vragen om een geldbedrag moet bovendien niet alleen zo goed als vast staan dat dit bedrag uiteindelijk ook in een bodemprocedure zal worden toegekend maar ook dat er geen sprake is van een restitutierisico. Mocht namelijk blijken dat in een bodemprocedure het bedrag terug betaald dient te worden dan moet die betreffende partij nog wel aan deze verplichting kunnen voldoen.


In onderhavige kwestie strijden twee bedrijven om de voorzetting van een door hun opgerichte v.o.f. Gedaagde partij, die bijgestaan wordt door ons kantoor, heeft de ontbinding per 12 juli 2011 ingeroepen nu de eisende partij in strijd met de v.o.f. overeenkomst heeft gehandeld. De eisende partij heeft de ontbinding per 27 juli 2011 ingeroepen en is van mening dat hem een aanzienlijk voorschot op de winst per maand toekomt.


De rechtbank Utrecht maakt korte metten met deze eis. Vooruitlopend op de uitspraak van de bodemrechter is de voorzieningenrechter van oordeel dat de bodemrechter vrijwel zeker de v.o.f. per 12 juli 2011 zal ontbinden! Een zeer duidelijke uitspraak waar cliënte zich uiteraard in kan vinden! De eisende partij wordt tot slot in de kosten veroordeeld. Een dure grap tot nu toe.


Geheel onverwacht wordt aan ons kantoor toch een hoger beroep dagvaarding in kort geding uitgebracht door de deurwaarder. Cliënte dient te verschijnen ter terechtzitting bij het Hof te Arnhem. Alle scenario’s onder de loep genomen te hebben bleef deze actie toch een groot raadsel. Na vrijwel de gehele ochtend gereisd te hebben wordt binnen enkele minuten duidelijk hoe de raadsheer van het Hof Arnhem tegen de zaak aan kijkt. ‘U moet wel van heel goeden huize komen wil een verzoek tot het betalen van een geldbedrag worden toegewezen’ . Verder leent het geschil zich meer voor voort procederen in de bodemprocedure. De procedure die ons kantoor zekerheidshalve al aanhangig heeft gemaakt ondanks de positieve uitspraak van de rechtbank Utrecht.


Uiteindelijk heeft het Hof de zaak verwezen naar de rol voor beraad van partijen. Met name de wederpartij dient aan te geven hoe nu verder met de procedure. Neemt zij de wijze raad van het Hof aan of procedeert zij tegen beter weten in voort met alle kosten van dien. De wederpartij kiest eieren voor haar geld en beëindigt de procedure.

Sluiten

Verhuisplannen? Ex-partner beslist mee.

Een verhuizing naar de andere kant van het land, 130 km, door moeder met minderjarige behoeft toestemming van vader dan wel vervangende toestemming van de rechter.


Vader was bang dat moeder zou gaan verhuizen zonder toestemming.

Vader verzocht de rechter om die reden:


  • moeder te verbieden met de minderjarige 130 kilometer te verhuizen, althans te verhuizen naar een plaats gelegen buiten een straal van 30 kilometer van de huidige woonplaats van moeder;
  • de bestaande zorg- en contactregeling uit te breiden, in die zin dat vader in de zomervakantie twee aaneengesloten weken met de minderjarige kan doorbrengen, alsmede de helft van de overige vakanties en feestdagen;
  • een dwangsom vast te stellen van € 500 per dag voor iedere dag dat moeder zich niet houdt aan het aan haar opgelegde verbod.

Door moeder is naast een verweerschrift een tegenverzoek ingediend waarbij zij om (vervangende) toestemming heeft verzocht voor de verhuizing en een aangepaste omgangsregeling van eenmaal in de twee weken voor een langere duur. Ook wil zij vader tegemoet komen door hem een aaneengesloten vakantie van twee weken gedurende zomer met de minderjarige te gunnen.


De rechter heeft een tussenbeslissing genomen. De rechtbank is onder meer van oordeel dat de relatie van de moeder en haar nieuwe vriend nog te prematuur is om reeds nu van een bestendige relatie te kunnen spreken, die een verhuizing van de minderjarige rechtvaardigt.


Verder is gebleken dat er geen sprake is geweest van een behoorlijk overleg tussen ouders. Op dit moment zal daarom nog geen toestemming aan moeder worden verleend voor de door haar gewenste verhuizing. De beslissing op de verzoeken van beide ouders zullen worden aangehouden.


Van moeder wordt in de tussentijd verwacht dat zij met vader de uitoefening van het gezamenlijk gezag omtrent de minderjarige en de omgangsregeling met de minderjarige zal bespreken indien zij haar verhuisplannen wenst door te zetten. Vader zal dan tevens een compensatie moeten worden geboden voor de beperking van de huidige omgangsregeling.


Wordt vervolgd.

Sluiten
Nieuws rondom advocatenkantoor van Haaster & Hes uit Haarlem.
Advocatenkantoor van Haaster & Hes uit Haarlem.